
Ook nog even voorstellen: Droppie.
Dit is ons andere gezinslid. Wel de kleinste qua grootte, maar niet qua persoonlijkheid. Deze man is inmiddels bijna 6 jaar. Hij was nog kitten toen ik hem leerde kennen. Maar inmiddels uitgegroeid tot een vrij flinke kat.
Hij is zijn carrière als huiskat begonnen bij mijn vriendin en haar gezin. Haar jongste dochter had hem gedoopt tot Zorro. Ze hadden hem al even toen ze op vakantie wilde gaan. De oudere kat kon thuis blijven en door de buurvrouw verzorgt worden. Maar mijn vriendin vond het niet handig om kleine Zorro zo achter te laten. Zo kwam het kleine bolletje pluis bij mij te logeren.
Ik woonde toen nog alleen en vond het wel gezellig. Hij was gelijk al heel aanhankelijk, knuffelig en volgzaam. Ik moest steeds uitkijken waar hij was. Want omdat hij zo klein was viel het niet altijd op als ie dan ineens achter me zat terwijl ik in de keuken was.
Terwijl mijn vriendin op vakantie was vermaakten wij ons samen prima. Jonge dieren zijn altijd leuk. Ik stuurde haar dan ook bijna dagelijks foto’s van ons terwijl hij lekker bij me zat. Maar de vakantie ging toch een keer voorbij…
Zorro-praktijken
De dag voordat ik hem weer terug zou brengen kon ik hem nergens vinden. Eerst maakte ik me niet druk. Zo’n zwart bolletje ben je zo kwijt in allerlei hoeken en gaten, was ik al achter gekomen. Maar na even zoeken begon ik toch zenuwachtig te worden.
Ik ben alle verdiepingen in huis op en neer gelopen en nog een paar keer. Geen kat. Tot ik toch nog een keer naar zolder ging. Daar stond namelijk het raam op een kier. Het leek mij niet dat hij daar doorheen zou kunnen. Maar mijn opties begonnen op te raken.

Terwijl ik zijn naam riep en met snoepjes aan het rammelen was probeerde ik hem te voorschijn te lokken. Maar toen ik toch maar mijn hoofd door het zolderraam stak kreeg ik behoorlijk de schrik. Ik hoorde hem. Zacht zielig gepiep. Zorro deed een Zorro-actie en zat op het dak!
Ik wist het even niet meer. Roepen en sussende geluidjes om hem naar beneden te halen. Maar de piepjes klonken zo bang, dat ik niet het idee had dat hij uit zichzelf naar beneden zou komen. Ik heb het echt wel even geprobeerd, maar toen toch maar het laatste redmiddel aangesproken: de brandweer.
Hij moest echt naar beneden. Het begon schemerig te worden en hij zou de volgende dag terug naar huis. Ik had hele visioenen van huilende kinderen van mijn vriendin omdat ik de kat had kwijtgemaakt.
De brandweer was alleen niet erg genegen om te komen. Hij zat volgens hun nog niet zo lang op het dak en hij zou wel naar beneden komen als hij honger had. Nou snap ik dat de brandweer niet graag uitrukt voor een kat. Maar ik wist zeker dat hij niet zelf naar beneden zou komen en raakte een beetje in paniek. Eigenlijk niet een beetje. Ik was in alle staten. En dat liet ik de brandweer ook weten! Ik zou zelf wel het dak op gaan! Dat waren de magische woorden, want ineens wilde ze wel langs komen.
Ze waren er ook al snel. Inmiddels werd het een heel spektakel. Want toen de brandweer er was moesten de mensen uit de buurt natuurlijk ook kijken wat er aan de hand was.
Zorro zat nog steeds piepend op het dak. Ik probeerde hem toch weer naar het raam te lokken, maar hij ging er juist alleen maar vandaan. Een brandweerman stapte in een bakje wat naar het dak toe werd gebracht. Maar we hadden de pech dat er bosjes voor het huis stonden en de brandweerwagen niet dichtbij genoeg kon komen. Het scheelde een halve meter.
Maar de brandweerman was een echte held! Hij wilde Zorro daar niet laten. Dus hij klom het bakje uit richting het dak. Zijn chef stond beneden te roepen dat dit totaal niet was toegestaan. De man riep naar beneden dat hij hem niet kon verstaan en klom gewoon verder. Uit alles maakte ik op dat hij het prima had verstaan. Wij verstonden hem ook luid en duidelijk. Maar hij was op missie. Zorro moest worden gered!

Met een paar angstaanjagende momenten dat Zorro alle kanten op ging behalve de goede, was ik doodsbang dat hij van het dak zou vallen. Nou komen katten altijd op 4 poten terecht zeggen ze. Maar vanaf een bepaalde hoogte geld dat niet en ik durfde er ook niet op te vertrouwen.
De brandweerman zat nu op het puntdak. Met aan elke kant een been. Hij schoof steeds dichter naar het bange hummeltje toe. En toen deed Zorro wat onverwachts… Hij maakte een paar hupsjes, gleed wat dakpannen naar beneden en liet zich zo door mijn zolderraam naar binnen vallen. Blijkbaar was de naderende brandweerman toch enger dan het dak.
Ik was zowel opgelucht als pissig. Hij kon het dus wel. Maar hij was veilig binnen. De omstanders juichten allemaal. En de brandweerman kwam vrij soepel weer van het dak in het bakje en terug naar de grond. Ik wilde hem wel zoenen zo blij was ik.
Van een ding was ik wel overtuigd. Dit katje was absoluut geen echte Zorro! Maar gelukkig kon ik hem de volgende dag wel veilig afleveren bij zijn baasjes.
De kat kiest zijn personeel
Zorro was al weer even terug bij mijn vriendin en haar gezin. Ik miste hem en zijn geknuffel. Maar ik gunde het de kinderen van mijn vriendin meer. Dus moest ik me er wel over heen zetten. Ik wilde zelf niet eens een huisdier. En als ik hem nou heel erg miste kon ik altijd zelf nog een kat nemen.
Mijn vriendin wist volgens mij wel dat ik hem miste. Behalve dat ik haar altijd vroeg hoe het met de kids was, vroeg ik ook standaard naar Zorro. Maar hij bleek bij hun helemaal niet zo knuffelig. Hij liet zich nauwelijks zien. En als hij zich liet zien was het om de oudere kat bij het eten te verjagen. Eigenlijk was het een mini-tiran. Gelukkig niet lelijk naar de kinderen toe, maar ook niet heel leuk of zo.

We besloten een experimentje te doen. Ik zou op bezoek komen en kijken of hij me nog herkende. Daar aankomend ging ik lekker zitten op de bank. Zorro zat weer eens boven onder het bed of zo. Hij was in ieder geval nergens te vinden. Wij zaten gewoon beneden te kletsen.
Toen kwam meneer pluis toch ineens de kamer in. Hij plofte gelijk naast me. Wel met zijn kont naar me toe. Want ik moest blijkbaar wel voelen dat het niet ineens oké was dat ik hem weer had terug gebracht. Maar het was voor ons wel duidelijk dat hij graag bij me was.
Toen had ik dus weer een kat. Meneer had gekozen.
Omgedoopt
Onderweg naar huis was ik toch wel superblij. Mijn hart was aan dit hummeltje verkocht. Maar een ding wist ik zeker… Dit was geen Zorro!!!! Na het dakfiasco moest hij nodig een andere naam krijgen.
In de tijd dat hij nog mijn logee was, heb ik hem ook weinig Zorro genoemd. Het was altijd moppie of droppie. Het was ook gewoon een Droppie. Dus dat is dan ook zijn naam geworden!
Veel mensen denken dat het is omdat ie zwart is. Maar Droppie is gewoon een ander woord voor schatje. Het is ook de enige naam waar hij altijd echt naar luisterde. Al zal dat ongetwijfeld ook zijn gekomen door het roepen van Droppie in combinatie met wat lekkers aanbieden.

Kattenkwaad
Toen hij bij me logeerde probeerde ik wel wat regels te stellen. Maar hij was te schattig en onweerstaanbaar om consequent te zijn. . Maar nu was het mijn kat die ik toch wel een beetje moest gaan opvoeden als hij zou blijven. Ik wilde niet dat hij boven kwam en deed standaard beneden de deur dicht als ik ging slapen. Ook deed ik de zolderdeur dicht. Voorkomen is beter dan genezen.
Maar keer op keer werd ik wakker met een kat in mijn bed. Ik ben best vergeetachtig alleen wist ik toch echt zeker dat ik de deur niet steeds was vergeten dicht te doen. Ik ging er express op letten dat ik de deur hard aantrok voordat ik naar boven ging.
Op een keer zat ik beneden aan tafel en zie Droppie bij de deur scharrelen. Hij was even helemaal druk met de deur zonder op mij te letten. Ik bleef muisstil. Het was heel vermakelijk om te zien hoe hij zat te rommelen. Ineens zette hij zijn voorpootjes tussen de deur. Er gebeurde niks. Ik had ook niet verwacht dat hij daar de kracht voor zou hebben met die minipootjes. Maar toen zette hij zich met zijn achterpoten af tegen de muur en trok zo de deur open.
Ik had allerlei acties bij de deurklink verwacht, maar niet dit. Ik vond het bijzonder knap. Zo kwam hij dus boven. Er was ook niet veel wat ik er aan kon doen. Behalve zorgen dat de deur beter in het slot viel. Zo heeft ie nog maanden bij me geslapen totdat de tussendeur goed gemaakt werd en niet meer losgetrokken kon worden.
Droppie bleek een heel gezellig beestje. Hij wilde overal bij zijn. Of ik nou bezig was met het huishouden of koken, meneer zat op een plek me nauwlettend in de gaten te houden. Hij was nooit ver uit de buurt.

Volwassen Droppie
Inmiddels dus al bijna 6 jaar. Een enorme lieverd die meer van spelen dan knuffelen houd, tenzij hij vind dat het er tijd voor is. Ook al hele maatjes met mijn aanstaande. Regelmatig dat ze samen languit op de bank liggen. Het is een echte huiskat. We wonen vrij dicht bij een drukke weg en ik ben te bang om hem buiten te laten. Gelukkig is hij toch niet zo’n held buiten. Hij doet wel eens een poging om de deur uit te rennen. Maar als het lukt zit hij een paar meter van de deur af te mauwen dat ik hem moet oppakken en weer binnen brengen.
Het is het kleinste gezinslid, maar zeker niet de minste. Hij zorgt er wel voor dat je niet om hem heen kan. Maar elke dag is het lachen met hem. Er zal dus wel regelmatig Droppie nieuws komen.
